Audi AG werd in januari 2021 meerdere malen veroordeeld tot het betalen van schadevergoeding.
In een recente uitspraak van 15 januari 2021, AZ 41 O 2193/19, heeft de regionale rechtbank van Ingolstadt aan een eiser die in 2016 een Audi A6, 3-liter diesel met Euro 6-norm had gekocht, een schadevergoeding toegekend van 30.350,00 EUR toegekend. In de motivering van het vonnis vermeldt de Arrondissementsrechtbank Ingolstadt: “…het betreffende voertuig heeft een ontoelaatbare uitschakelvoorziening, hetgeen naar genoegen van de rechtbank voldoende is vastgesteld door het terugroepingsbericht dat door de Federale Autoriteit voor Motorvoertuigen is uitgevaardigd voor het betreffende voertuigtype, dat de rechtbank bekend is uit andere lopende procedures (…). De terugroepactie verwijst expliciet naar het verwijderen van een niet-geautoriseerd manipulatie-instrument.”
LG Ingolstadt beschouwt illegale manipulatie-instrumenten in Audi A6 3 liter diesel Euro 6-voertuig als bewezen
Sterker nog, vrijwel alle 3,0 liter dieselmodellen van de merken VW, Audi en Porsche met emissieklasse Euro 6 zijn al door de Duitse autoriteit voor motorvoertuigen teruggeroepen vanwege verboden uitschakelvoorzieningen. Sinds eind 2019 zijn er ook verdere terugroepacties geweest voor de 3,0 liter-modellen van de groep in de Euro 5-emissieklasse. Ook hier zijn er rechtszaken en vonnissen tegen de autofabrikanten.
LG Ingolstadt veroordeelde Audi AG tot 30.350,00 EUR en 27.863,00 EUR schadevergoeding voor een Audi A6 3 liter Euro 6
Een eiseres die in oktober 2018 haar Audi A6, 3 liter diesel, Euro 6, tweedehands had gekocht, kreeg in januari 2021 eveneens gelijk. In zijn uitspraak van 19 januari 2021 heeft de regionale rechtbank van Ingolstadt (zaaknr. 81 O 2310/19) Audi AG in deze zaak veroordeeld tot 27.863,00 EUR Schade. Het bijzondere aan deze zaak is dat het voertuig pas werd aangeschaft nadat de Bundesautomobilausstellung in juni 2018 aankondigde dat voertuigen van dit type werden teruggeroepen. In januari 2019 informeerde Audi AG eiseres dat er een software-update op haar voertuig moest worden uitgevoerd. Volgens de rechtbank waren de mededelingen van Audi AG aan erkende dealers en de persberichten over de manipulatie van bepaalde voertuigtypen niet voldoende om de bewering dat Audi AG zich jegens eiseres immoreel had gedragen, te ontkrachten. De rechtbank was daarom van oordeel dat de vordering tot schadevergoeding wegens opzettelijke immateriële schade door Audi AG gerechtvaardigd was, ook al was de auto pas eind 2018 gekocht.