Maritiem arbeidsrecht – Arbeidsrecht voor kapiteins en zeevarenden
huur nu een advocaat in
Maritiem arbeidsrecht – Uw rechten als kapitein of matroos in één oogopslag
Het werkzame leven van zeevarenden en kapiteins is in veel opzichten uniek. Ook het wettelijk kader voor zeevarenden wijkt af van het algemene arbeidsrecht. De Maritieme Arbeidswet (SeeArbG) bevat namelijk speciale regelingen voor kapiteins en bemanningsleden. Hier vindt u een helder overzicht van de belangrijkste kenmerken en regelingen van het maritieme arbeidsrecht.
Rechtsvorderingen afdwingen in slechts 3 stappen
Eenvoudig, handig en snel – wij handhaven uw rechten.
inbedrijfstelling
Geef ons uw mandaat eenvoudig en gemakkelijk via het online formulier, gewoon vanuit huis.
1rechtszaak en proces
Wij regelen alle verdere stappen voor u. Leun achterover en ontspan.
2Succes
Wij zullen uw claim succesvol afdwingen en u kunt direct van het succes genieten.
3Toepassingsgebied van de Maritieme Arbeidswet (zie ArbG) –
Wat geldt voor schepen en vlaggenrecht?
De Maritieme Arbeidswet (SeeArbG) regelt de arbeidsomstandigheden op koopvaardijschepen, dat wil zeggen zeeschepen die voor maritieme doeleinden worden gebruikt. Tot de relevante scheepstypen behoren onder meer vrachtschepen, passagiersschepen, sleepboten, bergingsschepen en offshore-installatieschepen. Schepen die door de overheid of de marine worden geëxploiteerd, evenals offshore-installaties en binnenschepen, vallen niet onder het SeeArbG, maar onder het desbetreffende nationale arbeidsrecht.
Wat de toepassing van het recht op zee betreft, is het SeeArbG in het algemeen van toepassing op schepen die onder Duitse vlag varen. Deze wet geldt ook voor Duitse schepen in internationale wateren. Er moet onderscheid worden gemaakt tussen publiek en privaat arbeidsrecht. Overheidsvoorschriften zoals voorschriften voor gezondheid en veiligheid op het werk volgen de vlaggenstatuten volgens artikel 92, lid 1, eerste zin, van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee (UNCLOS), met slechts enkele uitzonderingen. In het privaatrecht wordt overwegend de Rome I-verordening (Rome I-verordening) toegepast, waarbij in de regel het recht van de gebruikelijke werkplek van toepassing is of, indien dit niet kan worden bepaald, het recht van de werkgever. In zeldzame gevallen kan het toepasselijke recht ook contractueel worden bepaald (artikel 8 Rome I-verordening).
Samenvattend is de SeeArbG primair van toepassing op commercieel ingezette zeeschepen onder Duitse vlag.
Wij behandelen uw zaak – snel en met toewijding.
Sociaal recht voor zeevarenden – wat u moet weten
Voor bemanningsleden op schepen onder Duitse vlag geldt in principe het Duitse socialezekerheidsrecht. Dit betekent dat alle zeevarenden die op Duitse schepen werken, automatisch onder het Duitse socialezekerheidsstelsel vallen. Daarnaast hebben Duitse zeevarenden die op schepen onder vreemde vlag werken, de mogelijkheid om zich vrijwillig aan te sluiten bij een sociale verzekering in Duitsland, conform artikel 2, lid 3 van de Sociale Verzekeringswet (SGB IV). Daarom is de Duitse socialezekerheidswetgeving in principe van toepassing op de bemanning van schepen onder Duitse vlag.
Arbeidsverhouding in het maritiem arbeidsrecht –
Uw arbeidsrelatie op zee
In het maritieme arbeidsrecht wordt de arbeidsrelatie van bemanningsleden aangeduid als een arbeidsrelatie, zoals geregeld in de artikelen 28 tot en met 80 van de Maritieme Arbeidswet (SeeArbG). De classificatie van een arbeidsrelatie als een inhuurrelatie is gebaseerd op artikel 611a van het Duitse Burgerlijk Wetboek (BGB). Op bemanningsleden die als werknemer werkzaam zijn, is derhalve het algemene arbeidsrecht van toepassing, tenzij de Wet arbeid zeevarenden anders bepaalt.
Interessant is dat de Wet arbeid zeevarenden onder bepaalde voorwaarden ook van toepassing kan zijn op zelfstandige zeevarenden, zoals vastgelegd in artikel 148 van de Wet arbeid zeevarenden. De arbeidsrelatie kan bestaan met de scheepseigenaar of met een andere werkgever. Volgens de wettekst in artikel 28 SeeArbG wordt vaak alleen de term “scheepseigenaar” gebruikt, die volgens artikel 4 SeeArbG wordt gedefinieerd als de eigenaar of exploitant van het schip en alle werkgeversverplichtingen op zich neemt.
Volgens artikel 28, lid 1, eerste zin, van de Wet op de arbeid aan zeevarenden (SeeArbG) moet een arbeidsovereenkomst schriftelijk worden gesloten. De heersende opvatting erkent echter ook mondelinge overeenkomsten als geldig, om de bescherming van werknemers te waarborgen. Bovendien mogen de bepalingen van de SeeArbG niet door middel van onderhandse overeenkomsten worden gewijzigd, tenzij de wet anders bepaalt (artikel 9, zin 1 SeeArbG).
Samenvattend kan gesteld worden dat de arbeidsrelatie zowel met de scheepseigenaar als met een andere werkgever kan bestaan en dat deze relatie zowel schriftelijk als mondeling rechtsgeldig kan zijn, waarbij de bescherming van de werknemers altijd voorop staat.
Recht om instructies en loon te geven in het maritieme arbeidsrecht – uw rechten en plichten aan boord
Het recht van de werkgever om instructies te geven aan een bemanningslid op een schip is onderworpen aan specifieke maritieme regels en strekt zich volgens de nautische praktijk zelfs uit tot vrijetijdsactiviteiten aan boord. De hoofdverantwoordelijkheid voor de uitoefening van het instructierecht ligt bij de kapitein van het schip. Bij zijn afwezigheid wordt deze taak waargenomen door de eerste stuurman, zoals vastgelegd in artikel 5 van de Maritieme Arbeidswet (zie ArbG). Bovendien zijn bemanningsleden over het algemeen verplicht om aan boord te blijven, hoewel ze wel het recht hebben om aan land te gaan overeenkomstig artikel 35 van de Wet op de arbeid van zeevarenden. Dit recht om instructies te geven weerspiegelt de unieke vereisten en omstandigheden van de zeevaart.
Het loon, dat wil zeggen de beloning van de bemanning van het schip, omvat alle financiële en materiële voordelen, maar sluit voordelen in natura zoals huisvesting, voeding en medische verzorging uit (§§ 93, 97, 99 Zie ArbG). De loonsom bestaat uit het basisloon, dat vergelijkbaar is met een basissalaris aan land, en eventuele toeslagen zoals toeslagen conform artikel 46 lid 1 zin 3 van de Wet arbeid zeevarenden of overwerktoeslagen conform de artikelen 51 en 53 van de Wet arbeid zeevarenden. Daarnaast wordt de reistijd naar het schip eveneens vergoed conform artikel 37 lid 2 van de Wet arbeid zeevarenden. Het is belangrijk om op te merken dat accommodatie en maaltijden niet tot het loon worden gerekend. Hierdoor is de financiële structuur van de beloning duidelijk gescheiden van andere diensten aan boord.

Werktijden en vakantieregelingen voor zeevarenden –
Wat de SeeArbG voorschrijft
werkuren aan boord
De Algemene Arbeidstijdenwet (ArbZG) is niet van toepassing op zeevarenden op koopvaardijschepen, zoals bepaald in artikel 18 lid 3 ArbZG. In plaats daarvan worden de werktijden specifiek geregeld in de artikelen 43 tot en met 55 van de Maritieme Arbeidswet (SeeArbG). De bepalingen van de SeeArbG maken onderscheid tussen arbeidsuren op zee en arbeidsuren in de haven, waardoor er flexibeler kan worden omgegaan met de maximaal toegestane arbeidsuren: maximaal 14 uur binnen 24 uur of 72 uur binnen zeven dagen volgens artikel 48 SeeArbG. Nadere bepalingen omtrent de registratie en vastlegging van arbeidstijden zijn geregeld in de Verordening arbeidstijdenregistratie zeevarenden (See-ArbZNV).
Voor overwerk, nachtwerk, werk op zon- en feestdagen wordt een aanvullende vergoeding overeenkomstig artikel 51 SeeArbG of vervangende vrije tijd overeenkomstig artikel 52 SeeArbG verstrekt. In Duitsland zijn de vakantieregelingen gebaseerd op de feestdagen van de ligplaats en in het buitenland of op zee op die van de haven waar het schip is geregistreerd. Het is belangrijk om te weten dat de arbeidstijdenregelingen voor zeevarenden uitsluitend zijn verankerd in de Arbeidstijdenwet voor zeevarenden (SeeArbG) en dat de algemene Arbeidstijdenwet niet van toepassing is.
vakantie voor zeilers
De SeeArbG vult de Federal Vacation Act (BUrlG) aan met specifieke vakantieregelingen voor zeevarenden. Volgens de Wet arbeid zeevarenden hebben zeevarenden recht op minimaal 30 kalenderdagen vakantie per jaar. Walverlof, d.w.z. kort verblijf aan land tijdens werktijd, telt niet als vakantiedag.
Daarnaast is de reder in bepaalde gevallen verplicht om de reiskosten voor de reis van en naar de vakantiebestemming te vergoeden, zoals vastgelegd in artikel 60 van de Wet arbeid zeevarenden. Bij voortijdige beëindiging van het dienstverband wordt het recht op vakantie per volle maand dienstverband naar rato toegekend, overeenkomstig artikel 63 lid 1 van de Wet arbeid zeevarenden.
De bestaande jurisprudentie over de overdracht van vakantierechten zou mogelijk ook van toepassing kunnen zijn op vakantie in de zin van het SeeArbG, waardoor zeevarenden onder bepaalde voorwaarden niet-opgenomen vakantiedagen naar volgende jaren kunnen overdragen.
Beëindiging en tijdelijke arbeidsovereenkomsten in het maritieme arbeidsrecht
In het maritieme arbeidsrecht gelden bij beëindiging van de arbeidsrelatie de algemene beëindigingsregelingen, maar deze worden specifiek aangevuld of vervangen door de Maritieme Arbeidswet (zie ArbG) in de artikelen 65-72.
opzegtermijnen volgens artikel 66 ZieArbG
Binnen de eerste drie maanden van de arbeidsrelatie kan het contract met een opzegtermijn van één week worden beëindigd. Na een reis van meer dan drie maanden is het mogelijk om de arbeidsovereenkomst binnen drie dagen na afloop van de reis te beëindigen, eveneens met een opzegtermijn van één week. Het ontslag van de kapitein of officier kan alleen door de reder worden uitgesproken, indien hij de werkgever is. Hiervoor is niet alleen een formele handtekening nodig, maar ook de daadwerkelijke bevoegdheid om het besluit te nemen.
termijnen voor de claim wegens onterecht ontslag
Voor het indienen van een rechtszaak wegens onterecht ontslag gelden speciale termijnen: de rechtszaak moet binnen drie weken na ontvangst op het land worden ingediend. Indien de opzegging tijdens de reis is gedaan, wordt deze termijn verlengd tot zes weken na het einde van de betekening, overeenkomstig artikel 24 lid 4 van de Wet bescherming persoonsgegevens.
Buitengewone beëindiging
De Wet werkgelegenheid zeevarenden reguleert specifieke redenen voor buitengewoon ontslag zonder opzegtermijn, zoals het verzwijgen van besmettelijke ziekten, ernstig plichtsverzuim of strafbare feiten waardoor het onredelijk is om het dienstverband aan boord voort te zetten. Deze redenen moeten in het logboek worden vastgelegd en een kopie ervan moet aan de betrokkene worden verstrekt. Bemanningsleden kunnen hun dienstverband ook zonder opzegtermijn beëindigen onder bepaalde omstandigheden, zoals bij noodgevallen in de familie.
beperking van de arbeidsrelatie
Volgens artikel 28 lid 2 nr. 5 van de Wet op de arbeid aan zeevarenden (SeeArbG) zijn arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd in principe toegestaan. Een normale opzegging binnen een contract voor bepaalde tijd is echter alleen mogelijk als dit contractueel is overeengekomen conform § 15 lid 3 TzBfG.
Globaal genomen biedt de SeeArbG een aangepaste set regels voor de specifieke omstandigheden in de maritieme sector, door kortere opzegtermijnen en duidelijke richtlijnen voor buitengewoon ontslag te voorzien.
Medezeggenschap aan boord in het maritiem arbeidsrecht – Andere belangrijke regelgeving
In het vennootschapsrecht zijn speciale regelingen opgenomen voor de zeescheepvaart. Volgens artikel 114 lid 1 van de Wet op de ondernemingsgrondslagen (BetrVG) zijn de bepalingen van de Wet op de ondernemingsgrondslagen ook van toepassing op schepen die binnen een rederij worden beschouwd als een gezamenlijke maritieme exploitatie, zoals gedefinieerd in artikel 114 lid 3 van de Wet op de ondernemingsgrondslagen. Schepen die binnen 24 uur terugkeren naar de wal, worden toegewezen aan de wal. Een zeescheepvaartonderneming kan dus zowel landgebonden als zeegebonden activiteiten omvatten.
Schepen met minimaal vijf in aanmerking komende bemanningsleden kunnen een vertegenwoordiging aan boord kiezen, overeenkomstig artikel 115 van de Works Constitution Act. Deze vertegenwoordiging aan boord heeft vergelijkbare rechten en plichten als een ondernemingsraad aan land. De vertegenwoordigers van het schip en de kapitein kunnen overeenkomsten sluiten, voor zover deze niet zijn geregeld in een bedrijfsovereenkomst van de maritieme ondernemingsraad. Bij meningsverschillen over medezeggenschapskwesties hebben de vertegenwoordigers aan boord de mogelijkheid om de maritieme ondernemingsraad in te schakelen. Indien er geen maritieme ondernemingsraad is gekozen, kan in laatste instantie een beroep worden gedaan op de verzoeningscommissie of de arbeidsrechtbank, zoals bepaald in artikel 115 lid 7 nr. 2 van de Wet op de ondernemingsgrondwet.
De ondernemingsraden voor zeevarenden die zijn gekozen overeenkomstig artikel 116, lid 1, eerste zin, van de Wet op de ondernemingsgrondslagen (BetrVG), hebben medezeggenschap in aangelegenheden die meerdere schepen betreffen of aan hen zijn gedelegeerd, met name in aangelegenheden krachtens artikel 87 van de Wet op de ondernemingsgrondslagen (BetrVG). Verdere bijzondere arbeidsrechtelijke bepalingen voor de zeescheepvaart zijn geregeld in de Kiesverordening zeescheepvaart (WOS) en in de artikelen 33 SprAuG, 34 MitbestG en § 10i MontMitbestErgG.
certificaat van dienst voor bemanningsleden
Naast een gebruikelijk dienstbewijs, dat wordt afgegeven conform § 109 van de GewO, is de reder verplicht om aan elk bemanningslid een dienstbewijs af te geven conform § 33 van de Maritieme Arbeidswet (SeeArbG).
collectieve arbeidsovereenkomsten voor de zeescheepvaart
In de zeevaart gelden speciale cao-regelingen, waaronder de Algemene Cao voor de Duitse zeevaart (MTV-See) en de Loon-Cao voor de Duitse zeevaart (HTV-See). Deze cao's zijn alleen geldig als beide partijen gebonden zijn aan een cao of als er een overeenkomstige contractuele overeenkomst bestaat.
Publiek Maritiem Arbeidsrecht en de Beroepsvereniging
De beroepsvereniging voor de transport-, post-, logistieke en telecommunicatiebranche is verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van de publiekrechtelijke bepalingen van de SeeArbG. Hieronder vallen onder meer de arbeidstijdenregeling, de geschiktheid voor dienst op zee en de controle op de sociale voorzieningen aan boord, zoals vastgelegd in artikel 2, leden 4 en 5 van de Wet op de zeearbeid.
Bent u ontslagen als bemanningslid of weet u niet zeker hoeveel vakantie u krijgt? Onze maritieme arbeidsrechtadvocaten staan klaar om uw vragen over arbeidsrecht te beantwoorden
Advocaat maritiem arbeidsrecht: professioneel advies en vertegenwoordiging in arbeidsrechtelijke zaken aan boord
Zeevarenden en kapiteins werken in een unieke werkomgeving, die om speciale arbeidsvoorwaarden vraagt. Of het nu gaat om het naleven van de arbeidstijden, een correcte loonvergoeding of het recht op dienstattesten – er zijn tal van bijzonderheden in het maritieme arbeidsrecht die vaak moeilijk te begrijpen zijn zonder professioneel advies. Als advocaten gespecialiseerd in maritiem arbeidsrecht zijn wij bekend met de specifieke wettelijke vereisten die de Maritieme Arbeidswet (SeeArbG) en de Wet op de Ondernemingsgrondslagen (BetrVG) stellen.
Uw advocaten voor maritiem arbeidsrecht – deskundige ondersteuning bij arbeidsrechtelijke kwesties op zee. Vertrouw op onze ervaring en op maat gemaakt advies voor zeevarenden en kapiteins. Neem contact met ons op voor uw verzekering!

Professioneel advies en ondersteuning
Wij bieden u professioneel en uitgebreid eerste advies op het gebied van luxe- en consumptiegoederen. Grijp je kans en vermijd fouten.