Gids voor het minimaliseren van de aansprakelijkheid van de directeur in BV's

Bij vennootschappen is de aansprakelijkheid van de aandeelhouders strikt beperkt. De directeuren van GmbH’s en de raden van bestuur van AG’s worden daarentegen dagelijks met aansprakelijkheidsrisico’s geconfronteerd. De afgelopen jaren is het risico op schadeclaims vanwege wangedrag van bedrijven echter aanzienlijk toegenomen. Dit heeft niet alleen gevolgen voor grote, beursgenoteerde ondernemingen, maar ook voor kleine en middelgrote ondernemingen. Het aantal aansprakelijkheidsclaims tegen het management neemt toe.

Door gerichte maatregelen kunnen de aansprakelijkheidsrisico's voor bestuurders proactief worden verminderd. De volgende gids biedt een eerste overzicht van hoe aansprakelijkheidsrisico's kunnen worden verminderd. Met effectieve preventiestrategieën kunnen rechtszaken tegen directeuren tot een minimum worden beperkt of zelfs geheel worden voorkomen.

Indien u een vrijblijvende aanvraag heeft, helpen onze contactpersonen u graag telefonisch of per e-mail verder. U kunt ook gebruik maken van het contactformulier onderaan deze pagina.

Hulpmiddelen om aansprakelijkheidsrisico's te minimaliseren

Hieronder presenteren wij diverse instrumenten die kunnen helpen het aansprakelijkheidsrisico voor bestuurders te verkleinen:

  1. Beperking van aansprakelijkheid
    De aansprakelijkheidsnorm volgens § 43 lid 2 GmbH kan contractueel in zekere mate worden beperkt, zodat de directeur slechts aansprakelijk is voor schade tot een bepaald bedrag. Opzettelijke handelingen en grove nalatigheid zijn echter van deze beperking uitgesloten. Wij zijn echter van mening dat een beperking van de aansprakelijkheid voor lichte nalatigheid mogelijk zou moeten zijn.
  2. Contractueel verlaagde aansprakelijkheidsnorm
    De directeur is aansprakelijk voor schade die voortvloeit uit een plichtsverzuim conform § 43 lid 2 GmbH. Bij insolventie worden schadevergoedingsclaims vaak ingediend door de curator. Een contractuele beperking van de aansprakelijkheid die de directeur vrijwaart van aansprakelijkheid voor lichte nalatigheid, zou een effectieve manier zijn om de aansprakelijkheid te beperken. Deze beperking kan in de arbeidsovereenkomst worden overeengekomen voor taken die niet relevant zijn voor de bescherming van schuldeisers.
  3. Vervalbedingen met aansprakelijkheidsbeperkende werking
    Het Bundesgerichtshof acht een verkorting van de verjaringstermijn voor schadeclaims tegen directeuren in principe mogelijk. Buiten de bescherming van het kapitaalbehoud kan de verjaringstermijn van 5 jaar voor de vordering tot schadevergoeding volgens § 43 lid 2 GmbH contractueel effectief worden verkort.
  4. Geen werknemersaansprakelijkheid voor externe managers
    In bepaalde gevallen zijn werknemers aansprakelijk volgens het beginsel van de arbeidsgerelateerde activiteit, waardoor hun aansprakelijkheid kan worden verminderd, bijvoorbeeld door de aansprakelijkheid voor lichte nalatigheid uit te sluiten. Een derde-beheerder zou kunnen aanvoeren dat deze beperking van de aansprakelijkheid ook op hem van toepassing is. De heersende opvatting wijst dit echter af, aangezien bestuurders steeds verplicht zijn tot integraal bestuur van de onderneming en een werkgeversfunctie uitoefenen.
  5. Naleving van het betalingsblok
    Bij de uitkering van winst aan de aandeelhouders van de GmbH moet de directeur-bestuurder de wettelijk voorgeschreven kapitaalbescherming in acht nemen. Hij mag de activa die nodig zijn voor het behoud van het aandelenkapitaal (artikel 30 GmbHG) niet aan de aandeelhouders uitkeren. Er is sprake van een betalingsbevriezing. Als hij het aandelenkapitaal aanvalt ten gunste van de aandeelhouders, ontstaan er aansprakelijkheidsrisico's (artikel 31 lid 6 GmbHG) en kan er zelfs sprake zijn van strafrechtelijke vervolging wegens schending van het vertrouwen.
  6. Beperking van aansprakelijkheid door afdelingsverdeling en delegeren van taken
    In een GmbH met meerdere directeuren geldt een hoofdelijke aansprakelijkheid, dat wil zeggen dat iedere directeur aansprakelijk is voor de handelingen van de anderen. Aansprakelijkheidsrisico's kunnen worden verkleind door afdelingen op te splitsen en taken te delegeren, hoewel dit niet altijd is toegestaan.
  7. kwijtingsbesluit ten gunste van de algemeen directeur
    Het verlenen van kwijting aan de bestuurder door de aandeelhoudersvergadering vermindert het aansprakelijkheidsrisico en dient jaarlijks te gebeuren. Het vermindert de schadeclaims als het gebaseerd is op voldoende informatie. Er blijven echter aansprakelijkheidsrisico's bestaan voor onbekende acties. Een algehele uitsluiting van aansprakelijkheid is alleen mogelijk door een algemene kwitantie.
  8. Transacties waarvoor goedkeuring vereist is
    Zorgen dat bepaalde transacties de goedkeuring van de aandeelhouders vereisen.
  9. aandeelhoudersgoedkeuring voor risicovolle transacties
    Het verkrijgen van toestemming van aandeelhouders voor risicovolle zakelijke beslissingen.
  10. D&O-verzekering
    Sluit een bestuurders- en functionarissenverzekering af om uzelf te beschermen tegen aansprakelijkheidsclaims.
  11. Aansprakelijkheidsvoorrechten voor vrijwillige directeuren
    Toekenning van een speciale regeling ter bescherming van de aansprakelijkheid voor vrijwillige bestuurders.

Transacties waarvoor goedkeuring vereist is

Veel contracten voor de dienstverlening van directeuren bevatten zogenaamde transacties die goedkeuring behoeven. Deze contractuele clausules dienen om de directie te controleren, hoewel hiervoor doorgaans de toestemming van de aandeelhouders vereist is. Het is echter ook mogelijk dat andere organen, zoals de Raad van Advies, deze goedkeuringsplichtige transacties goedkeuren. Dergelijke toestemmingsvereisten worden vaak toegepast op licentieovereenkomsten, leningsovereenkomsten en overeenkomsten voor de aankoop van onroerend goed. Deze voorbehouden zijn doorgaans verankerd in contracten met directeuren, samenwerkingsovereenkomsten of reglementen van orde van directeuren.

Een schending van deze contractuele toestemmingsvoorbehouden kan ernstige gevolgen hebben voor de directeur, waaronder buitengewone beëindiging van de overeenkomst en de mogelijkheid van aansprakelijkheid jegens de GmbH. Dit geldt ook indien de bestuurder in spoedeisende gevallen transacties aangaat zonder voorafgaande toestemming van de aandeelhouders.

aandeelhoudersgoedkeuring voor risicovolle transacties

Het verkrijgen van toestemming kan van belang zijn om aansprakelijkheid te vermijden, niet alleen in gevallen van contractueel vastgelegde toestemmingsvoorbehouden, maar ook in andere situaties. Bij het nemen van risicobeheersmaatregelen moet de bestuurder alle aandeelhouders informeren over de mogelijke risico's en hun toestemming verkrijgen via een formeel aandeelhoudersbesluit. Een dergelijk besluit vermindert de aansprakelijkheidsrisico's aanzienlijk.

D&O-verzekering

Contractueel kan worden vastgelegd dat de onderneming een verzekering afsluit voor haar bestuurder om hem te beschermen tegen aansprakelijkheidsrisico's. Deze verzekering wordt een bestuurders- en functionarissenverzekering (D&O-verzekering) genoemd. D&O-verzekeringen, die in de VS wijdverbreid zijn, worden ook in Duitsland steeds belangrijker. Of een dergelijke preventieve bescherming in individuele gevallen zinvol is, hangt af van een gedetailleerde analyse. In ieder geval moeten het bedrijf en de directeur duidelijk maken welke risico's precies gedekt zijn, hoe hoog het verzekerde bedrag is, of de bescherming ook geldt bij grove nalatigheid en strafrechtelijke onderzoeken en welke specifieke beperkingen er gelden.

Aansprakelijkheidsvoorrechten voor vrijwillige bestuurders

Sinds eind 2009 geldt voor vrijwillige bestuurders van verenigingen een beperkte aansprakelijkheid conform § 31a van het Duitse Burgerlijk Wetboek: Het bestuur is alleen aansprakelijk voor opzet of grove nalatigheid. In de juridische literatuur wordt gediscussieerd over de vraag of deze beperking van de aansprakelijkheid ook geldt voor vrijwillige bestuurders van een GmbH. Het is waarschijnlijk dat de aansprakelijkheid voor lichte nalatigheid ook bij vrijwillige bestuurders blijft bestaan. Het feit dat de activiteit onbetaald is, is niet voldoende om een wettelijke vermindering van de aansprakelijkheid te rechtvaardigen, aangezien controlerende aandeelhouders in vennootschappen vaak kosteloos als bestuurder van hun dochterondernemingen optreden.

nl_NLDutch